Deze morgen ook weer eventjes regen, maar ook nu weer snel een paar zonnestralen.
We laden de bagage in en vatten de volgende etappe aan. Ook dit belooft weer een mooie rit te worden, maar wel een groot stuk via dezelfde weg van toen we vanuit Kotor naar Kolasin zijn gereden. Zoals gezegd, heel veel wegen zijn er niet in Montenegro, wat ook perfect te begrijpen is, het berglandschap is zo ruig en indrukwekkend dat je er niet zomaar lukraak wegen kan aanleggen, we zijn al blij met deze weg, vergeleken met die van gisteren, een luxe !
Hoewel we deze weg dus al in de andere richting hadden gereden, is het toch weer een heel ander uitzicht onderweg. We blijven totaal onder de indruk van deze natuurpracht, qua natuur is dit landje toch wel heel goed meegedeeld.
Ook zie je wel dat ze volop bezig zijn om hun wegennet te verbeteren, onderweg in de bergen zien we een nieuwe brug in wording … de pijlers staan er al heel hoog op hun poten, de brugdelen ertussen moeten nog komen, maar het is een heel indrukwekkend bouwwerk, chapeau in de ongetwijfeld zeer moeilijke omstandigheden om dergelijk huzarenstukje in die bergwereld neer te zetten. Ook rond de hoofdstad Podgorica is er grote activiteit op en om de wegen, overal worden grote ronde punten aangelegd om het verkeer vlotter te laten doorstromen, binnen enkele jaren ziet de mobiliteit er hier vermoedelijk al helemaal anders uit.
Hoewel we ook zeer geregeld een aantal bizarre en half afgebroken voertuigen zien, maar ook dat is natuurlijkk een deel van de charme van dit land, en nog erfenis van de voorgaande periode.
Podgorica is een beetje de overgang tussen de bergen en de zee. Het is eigenlijk het enige stukje Montenegro ( dat wij gezien hebben ) waar niet veel moois te zien valt. Het is een grijze, stoffige stad, waar je even vergeet hoe mooi dit kleine landje eigenijk wel is.
Gelukkig duurt dan niet zo lang en schakelen we snel weer over naar het zee landschap.
Ook hier overal bergen rondom, maar minder hoog en minder indrukwekkend steil dan de vorige dagen. De ‘zachtere’ bergversie, in samenspel met de prachtig blauwe zee, is natuulijk ook een lust voor het oog. Mooi, je zou je zo in Italië of zo wanen, lijkt wel mediterrannee …
Maar het is dus de Adriatische kust.
Onderweg passeren we het beroemde Skadar meer, het grootste van heel Oost-Europa.
Langs de weg merken we een klein dorpje aan de oevers van het immense meer op, dorpje dat zo uit de geschiedenisboeken weggelopen schijnt te zijn. We keren de auto om, en gaan er eens een bezoekje brengen.
Het ligt eigenlijk aan een uitloper van het meer, en het is meer een gehuchtje dan een dorp.
We wandelen er wat rond en geraken aan de praat met een inwoner, die vrij vlot Duits spreekt en in volle bewondering staat voor onze Rode Duivels, hij kent alle spelers en vindt dat wij wereldkampioen hadden moeten worden. Vinden wij ook natuurlijk !!!
De man legt ons uit dat zijn broer met een bootje rondtochten doet op ( een klein stukje van ) het Skadar meer, en dat lijkt ons wel wat. De prijs valt heel goed mee, en we stappen aan boord van wat op het eerste zicht maar een gammel bootje lijkt … als dat maar goed komt.
De broer ( de schipper dus ) spreekt bovendien geen woord Duits of Engels, dus afwachten wat het wordt. We hadden van de andere man al vernomen dat Russisch blijkbaar al jaren de gangbare taal is in dit deel van het land ( dicht bij Albanië ), maar dat de laatste jaren toch al veel Engels, Frans en Duits hun intrede doen, gelukkig maar, ons Russisch is niet echt fantastisch 🙂
Maar de schipper spreekt deze talen dus niet, nu ja, we gaan natuurlijk voor het natuurschoon van het meer, dus we zien wel weer wat het wordt.
De tocht is – alweer – adembenemend mooi, totaal anders dan de bergen, maar even schitterend.
Het bootje valt inderdaad af en toe stil, maar dan klopt de schipper er eens stevig op, en varen we weer een beetje verder. Hoewel hij er een beetje angstaanjagend uitzag ( deed ons een beetje aan Pierluigi Collina denken, de legendarische scheidsrechter ), blijkt het ontzettend aardige man te zijn, hij spreekt wel een beetje Italiaans, en dat lukt ons ook nog wel redelijk, dus met handen voeten kunnen we wel een gesprekje voeren.
Het hele meer ligt bezaaid met waterlelies, en hoewel de meeste al uitgebloeid zijn, staan er toch nog verschillende in volle bloei. Moet een machtig mooi zicht zijn tegen de zomer als ze allemaal tegelijk beginnen openbloeien !
Nu dus maar enkele, maar toch heel mooi ! Groot is ook onze verbazing als onze kapitein zijn bootje handig tussen de waterlelies stuurt en er enkele mooie afplukt voor ons, zo schattig !
Ruwe bolster hé …
Wat ook bijzonder mooi is op dit stukje van het meer zijn de vogels, heel veel verschillende soorten, die op het water landen, en gewoon over de velden waterlelies heen lopen, het is prachtig om zien.
Ook fiere reigers landen en stijgen hier op, die kunnen allemaal waarschijnlijk zeer makkelijk een lekker maaltje uit het meer vissen !
Er zijn ook vele eilandjes, waar volgens onze kapitein ( als we het goed begrepen hebben ) overal grote en kleine kloosters op gebouwd zijn.
Na ongeveer een uurtje keren we terug naar het dorpje, we hebben er echt van genoten, en dan is dit nog maar een heel klein stukje van het immens grote meer, misschien gaan we één dezer dagen nog wel eens naar een ander stukje kijken.
De broer staat ons ook al op te wachten en informeert een beetje bezorgd of het ons allemaal wel bevallen is. Dat kunnen we uiteraard beamen, en er kan bij onze kapitein-met-stuurs-opzicht zelfs een glimlachje af, waarbij hij meedeelt dat we heel goed Italiaans spreken … lichtelijk overdreven,
maar we zijn gecharmeerd 🙂
Na dit intermezzo vervolgen we onze weg langs de mooie kust naar Petrovac, een klein broertje van het meer bekende Budva. We vinden ons hotel, cheken in en gaan dan alvast eens op verkenning in het dorp. Alles speelt zich uiteraard aan de kustlijn af, er is een ‘boulevardje’ waar veel restaurantjes, barretjes en winkeltjes zijn, maar toch mist het iets.
Het is te opzichtig, te druk, en al die drukke parasols en luidruchtige, opvallende toeristen passen niet echt bij het kleine stadje. Er zijn bovendien 2 vrij grote en hoge hotels in opbouw en dat past hier echt niet, vinden wij. Jammer een beetje van het mooie dorpje, maar mensen moeten hier nu éénmaal ook hun kost kunnen verdienen, dus t zal wel nodig zijn …
Onderweg eten we een ijsje, drinken een Tuborg en een lokaal biertje, en wandelen wat rond.
We keren daarna terug richting hotel en gaan alvast op zoek naar iets te eten ( geleden van deze morgen ). Op weg naar de strandpromenade hadden we onderweg een lokaal restaurantje gezien dat er wel uitnodigend uitzag, dus proberen we daar maar in de hoop iets rustiger en misschien ook veel lekkerder dan de toeristische etablissementen op ‘den dijk’
Ook nu weer een goeie keuze !
Het is er best gezellig, en we eten er superlekker.
Een grillschotel voor 2 om u tegen te zeggen, het smaakt enorm na de smakeloze buffetkost in het vorige hotel. Een lekker wijntje erbij en een afsluitend koffietje maken het helemaal af.
De prijs is ook nu weer niet te geloven, een aanradertje !
Daarna terug naar ons hotel, waar we ons op ons piepkleine terrasje installeren om van de zachte avondlucht te genieten, life can be beautiful 🙂
Geef een reactie